Erevoorzitters
Ereleden van Vereeniging
† J.J. van der Heeft
Erelid van Vereeniging in de periode van 4 feb 1977 - 30 jun 1994
"In memoriam geschreven door A.T. de Hoop in Jaarboek 2000"
Voor ons, de wat ouderen van de Faculteit der Elektrotechniek, is het nauwelijks denkbaar, dat "Van der Heeft" (om de aanspreekvorm uit de voorbije jaren maar te gebruiken) niet meer bij de vertrouwde groep van gepensioneerden van de Faculteit is.
Als persoon was hij volstrekt uniek en een schets van enkele regels blijft op veel punten tekortschieten. Vele jaargangen van (lastige en minder lastige) studenten maakte hij wegwijs bij de practica waar hij technische assistentie verleende. Met hen, evenals met de "proffen", stond hij op goede voet en, indien er conflicten dreigden, bemiddelde hij naar beide zijden met goede raadgevingen.
Toen de Faculteit in 1969 het nieuwe gebouw voor Elektrotechniek betrok, was hij belast met de gehele logistiek van de verhuizing. Karakteristiek voor die periode was, dat Van der Heeft -in strijd met de natuurwetten- overal tegelijk aanwezig was en toezicht hield. Als Chef van de Huishoudelijke Dienst rekende hij het verder tot zijn persoonlijke verantwoording, dat het nieuwe gebouw er niet alleen van binnen en van buiten smetteloos uitzag, maar ook, dat aan alle veiligheidsvoorschriften (met name die met betrekking tot de brandveiligheid) strikt de hand werd gehouden. In welke uithoek van het gebouw ook maar een ongerechtigheid in dit opzicht viel te bespeuren, hij wist het en trad zonodig op. In de persoonlijke omgang bleef hij met ieder, hoog of laag, zichzelf en stond hij voor zijn taak.
Behulpzaamheid was voor hem een vanzelfspekend uitgangspunt daarbij: ieder dié iets te organiseren had, kon bij Van der Heeft terecht en je hoefde nooit te controleren of alles op tijd voor elkaar was, het was altijd zo. Ook na zijn pensionering (na een meer dan 50-jarig! dienstverband) bleef hij zijn belangstelling voor de Faculteit behouden en toonde hij die belangstelling ook. Bij zulke gelegenheden maakte hij met de oude bekenden altijd een praatje, waarbij onveranderlijk opviel, hoe raak hij nog steeds mensen en situaties wist te typeren.