Erevoorzitters
Ereleden van Vereeniging
† Prof. dr. ir. H.G. Nolen
Erelid van Vereeniging in de periode van 25 okt 1938 - 8 apr 1986
Henri George Nolen werd geboren 30-06-1890 te Rotterdam. Hij overleed op 08-04-1986 te Rheden. Na de openbare Lagere School te Leiden ging hij naar de H.B.S. Van 1907 tot 1913 studeerde hij aan de Technische Hogeschool in Delft, waar hij cum laude afstudeerde als elektrotechnisch ingenieur. Gedurende zijn studietijd was hij president van het Delfsch Studentencorps en maakte hij deel uit van verschillende besturen. Deze functie en ook zijn latere hoogleraarschap, zou hem veel connecties opleveren in zijn latere carrière bij Willem Smit & Co's Transformatorenfabriek in Nijmegen, immers de meeste van zijn studiegenoten en leerlingen werden later directeur bij Elektrische centrales, waaraan Smit weer de transformatoren leverde.
Wetenschappelijk werk boeide hem zeer, hij bleef daarom 1 jaar werkzaam als assistent van de beroemde professor Clarence Feldmann aan de Technische Hogeschool. In 1914 deed zich de mogelijkheid voor om een functie te krijgen in Zwitserland, waar de elektrotechniek zich snel ontwikkelde, dit trok hem zeer aan. Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog gooide echter roet in het eten en hij werd in 1914 in militaire dienst opgeroepen. Hij diende het vaderland 2 jaar als sergeant van speciale diensten, maar het lukte hem om uit dienst te komen en zo een functie aan te nemen als berekeningsingenieur bij de toen drie jaar oude Transformatorenfabriek in Nijmegen.
Toch hield hij ook tijd vrij voor zijn studie en zo behaalde hij in Delft in 1925 de doctorsgraad met lof bij professor Clarence Feldmann op het proefschrift "Transformatorvelden". Kort daarop werd hij in 1925 tot mededirecteur van Smit Transformatoren benoemd samen met de twee oprichters Th. Rosskopf en A.J. Bergsma. Gezamenlijk hielden zij de leiding tot 1937. In dat jaar begon het wetenschappelijk milieu van de Technische Hogeschool aan hem te trekken, zodat hij een benoeming tot hoogleraar in Delft aanvaardde. Hij volgde daarmee professor Feldmann op als hoogleraar. Nolen zag zichzelf als een soort intermediair tussen de TH en de in de industrie werkende ingenieur. Volgens hem mocht er voor de ingenieur geen verschil bestaan tussen theorie en praktijk en hij spoorde de studenten aan te kiezen voor een veelzijdige ontwikkeling. Van Feldmanns leerstoel nam Nolen alleen de elektrotechnische constructie over en Thierens (een andere hoogleraar) zou voortaan de colleges over geleiding en verdeling van elektrisch arbeidsvermogen verzorgen.
De band met Nijmegen bleef gedeeltelijk intact. Hij bleef als adviseur geregeld contact houden met de fabriek. In 1937 werd hij door de Transformatorenfabriek benoemd tot Algemeen Technisch Adviseur en Commissaris. Dit duurde tot 1946. De familie Nolen woonde nog maar drie jaar in Delft, toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Nolen heeft zich zeer ingespannen om alle beperkingen, die de Duitsers oplegden, te omzeilen. Hij liet studenten in het geheim bij Smit Slikkerveer afstuderen. Joden zouden zich tijdens de oorlog schuil hebben gehouden in de achterkamer. Bij dreigend onheil verstopten zij zich in de ruimte boven de kastenwand met schuifdeuren.
Nolen was een begenadigd ontwerper en dé ultieme expert op het gebied van transformatoren. Ver voor het computertijdperk ontwierp en berekende hij de transformatoren m.b.v. een rekenschijf tot op 2 decimalen. In die tijd was er niemand in Nederland die dit kon. In 1946 kwam Nolen terug als directeur bij Smit (met als voorwaarde dat de beide andere directeuren met pensioen moesten gaan). Dit werd geregeld en in het zelfde jaar gingen beide andere directeuren Th. Rosskopf en A.J. Bergsma met pensioen en verlieten zij het bedrijf. Professor Nolen nam vervolgens alleen de leiding over. Hij ging verder waar de heren gebleven waren, namelijk het ontwikkelen van het bedrijf op technologisch, economisch en organisatorisch vlak.
Na zijn pensioen was professor Nolen een graag geziene gast bij Smit Transformatoren. Hij kwam dan op zijn fiets en maakte met iedereen een praatje. Een rijbewijs heeft hij overigens nooit gehaald en in zijn werkzame tijd had hij een privéchauffeur. Hij was nog enige tijd commissaris en adviseur en geregeld betrokken bij festiviteiten zoals de opening van een nieuw gebouw of uitreikingen van prijzen. Zo was er in het Holec tijdperk ook een Professor Nolen prijs voor innovatieve ontwerpen binnen de Holec groep.